Kampioenschap van Gilze en Rijen 2012
Bart



Tijd voor revange! Ik had mezelf voorgenomen om de klinkers uit de straat te rijden. Ik was klaar om af te zien en mezelf pijn te doen. Het kampioenschap van Gilze en Rijen stond op het programma en ik was gebrand om te laten zien dat ik toch wel kan fietsen. Het zou lastig worden. Een ijzersterk startveld met Cas Graafmans, Joris van Dongen, Mark Laarhoven (winnaar in Gilze), Pim Vermeulen en Frans Sebregts. Ga er maar aan staan. Mijn voorbereiding was daarnaast alles behalve zoals ik het normaal zou doen. Een week lang op zeilkamp met heel weinig slaap. Op vrijdagavond terugkomen, even een klap verwerken die onverwachts aankwam. Op zaterdag 120 kilometer gefietst om het hoofd leeg te maken en dan op zondag koersen. Uhh, ja.. dus. Maar het moraal was er en ik hoopte dat die me ver zou brengen.

Het was weer regenachtig. In het parcours zaten hele lastige bochten met gladde witte wegmarkeringen, putdeksels en verkeersdrempel. In een van de laatste rondes zou ik driften door een bocht en de controle over de fiets nog maar net kunnen behouden, pfoee. De eerste 2 rondes werd er behoudend gekoerst. Iedereen moest even wennen aan de gladde bochten en eigenlijk ging iedereen er nog vierkant doorheen. Daarna ging het gas open. Er moest een kopgroep gevormd gaan worden voordat de rust terug zou keren. Ik zat vrij lang in het wiel van teamgenoot Erik Hoevenaars die op de juiste momenten de gaten dicht reed.

Ik zat heel slecht op de fiets, was vermoeid, geen focus en ik kon het tempo maar amper bijbenen. Uiteindelijk kwam ik toch mee te zitten met de kopgroep. Hierin zaten eerder genoemde renners ook allemaal tussen. 3 renners van D?n Brooy, Pim (volgend jaar bij D?n Brooy dus eigenlijk vandaag ook al), Cas en ik. Iedereen was zijn plekje aan het zoeken. Ik kon weinig doen op kop, wilde de voorsprong wel vergroten maar was vermoeid en vond ook niet dat ik het werk moest doen als solist in de kopgroep. Uiteindelijk werd de koerstactiek van D?n Brooy duidelijk; om de beurt demarreren en kijken wie het gat dicht ging rijden. Uiteindelijk bleek dat telkens Cas te zijn. Hij reed een ijzersterke wedstrijd maar zat klem in de koerstactiek van D?n Brooy. Ik zag het nog steeds niet zitten maar de rolverdeling in de kopgroep werd duidelijker en dit zou weleens in mijn voordeel kunnen gaan werken.

Zo?n 8 rondes voor het einde kwam Mark met een lekke band te staan. Dit was ook weer in mijn voordeel. Ik herinnerde me ineens de woorden van een Rotterdammer van vorig weekend; ?Alleen in je hoofd kun je winnen?. Ik moest focussen en vertrouwen hebben. Langzamerhand ging ik in mijn hoofd minder vloeken op alles om me heen en bleef alleen de wedstrijd over. De bochten, het wiel van de renner voor me, etc..

Cas en Joris probeerden nog te demarreren. Nu kon ik niet wachten, nu was het mijn beurt om het gat dicht te rijden! Dit ging vlot maar ik was wel leeggestreden. De laatste rondes zakte het tempo gelukkig in. Het sparen voor de finale ging beginnen, iedereen keek elkaar aan. Ik merkte dat ik goed aan het herstellen was maar dat zou bij de rest ook wel het geval zijn. Wiens bordje was het meeste leeggegeten door het tactische spel? Ik had mijn eindsprint al in mijn kop. Als eerste of tweede door de laatste bocht, kop omlaag, kont omhoog en blijven opschakelen tot aan de eindstreep. Dit zou minder dan 10 secondes duren dus perfect om gelijk na de bocht aan te gaan.

Op het 1-na-laatste rechte stuk ging Pim aan. Ik sprong mee in zijn wiel en kwam als tweede door de bocht. Een perfect scenario. Ik ging de sprint aan, keek tussen mijn benen door naar de achtervolgers en zag dat ik een gat had. Geen risico; doorsprinten. Ik had het niet durven voorspellen toen ik tijdens de eerste helft van de wedstrijd zo kapot aan het gaan was.

Met 30 meter voorsprong kwam ik als 1e over de finish. D?n Brooy had tactisch heel sterk gereden en Cas had het meeste werk verricht.  Echt ijzersterk gereden! Uiteindelijk bleek dit voor mij de perfecte koersverloop om met de gouden medaille naar huis te fietsen. Revange gelukt! Je krijgt niet altijd wat je verdiend, in ieder geval niet op het moment zelf, maar uiteindelijk wordt al je inspanning terugbetaald. Misschien zelfs in mijn voordeel dat ik me niet sterk voelde. Dit zorgde ervoor dat ik meer rust had, meer geduld had en mezelf gespaard heb voor de belangrijke momenten.